Het WK in Duitsland naderde. Ik had verschillende tentoonstellingen,
allemaal voetbalgerelateerd natuurlijk. In Nuernberg en Berlijn,
Duitsland begon voetbalmaf te worden. Ik woonde een maand in Berlijn,
in Prenzlauerberg, een rustige wijk zonder stress, sowieso vind ik
Berlijn erg ontspannen. Er is veel ruimte en iedereen is vriendelijk.
Het leek wel of iedereen permanent vakantie had. Ik spreek een aardig
woordje Duits, dat kwam wel goed.
Af en toe kocht ik de Volkskrant op Bahnhof Friedrichstrasse om
op de hoogte te blijven van de oefenwedstrijden van het Nederlands
elftal, de uitspraken van Van Basten en hoe hij wilde gaan spelen.
Van Persie vanaf rechts, las ik, dat klonk beter dan Kuijt.
De Berlijners verbaasden zich over het spel van die Mannschaft,
zo speels en enthousiast aanvallend hadden ze het team nog nooit
gezien. Klinsmann had in de aanloop naar het WK zware kritiek gehad,
hij was zowat afgezaagd, maar hij had een Duitsland gekweekt dat
wilde aanvallen, vol zelfvertrouwen speelde en overtuigend won. Ik
bekeek alle wedstrijd in Sommergartens op grote schermen. De sfeer
was er, het goede voetbal niet echt, en Nederland was gewoon flets.
Nederland-Ivoorkust keek ik met m'n vader, hij kwam me samen met m'n
moeder bezoeken, we zaten tussen de Duitsers en vormden een
patriottisch Hollands eilandje van hoop. Van Persie scoorde mooi uit
een vrije trap, mijn vader riep heel hard: 'Ja!' Ik was inwendig
blij. We waren de enigen, iedereen was op de hand van de Ivorianen
die inderdaad leuk speelden. In Mitte en Prenzlauerberg woont voor
het merendeel links alternatieve volk, mensen die bijna geforceerd
niet racistisch zijn, ze eten nog liever hun hippie-achtige pet op
dan ze voor een blanke te juichen. De Indie-look is hier erg in,
nonchalant en casual, zo ben je, locker.
Na de wedstrijd liepen mijn vader en ik terug naar
Prenzlauerberg, tijdens de tweede helft was een stortbui
losgebarsten, de straten dampten na. We waren het erover eens dat
Nederland op een fase in de eerste helft na niet goed had gespeeld.
De hele kwalificatie was eigenlijk ook niet geweldig gevoetbald,
ikzelf had regelmatig het gevoel gehad naar de slechtste interland
allertijden te kijken en juist als ik dan de tv uit wilde zetten
scoorde Van Nistelrooij of zo. Mijn moeder vroeg wat ze gedaan
hadden. 'Gewonnen,' zeiden wij, 'maar het was niet best.'
We wandelden nog wat door Prenzlauerberg waar iedereen op
terrasjes een biertje zat te drinken. Ik groef in mijn herinnering
naar de laatste echt goeie wedstrijd van het Nederlands elftal. Ik
kwam uit bij Nederland-Tsjechie op het EK in Portugal met de beroemde
wissel van Robben, daar speelden we goed maar we verloren.
Voor Advocaat heb ik altijd een zwak gehad, een druktemakertje, een
mannetje dat zich opblaast, dat overal vijanden ziet en daardoor
kwetsbaar is. Van Basten is onaantastbaar en zo inconsequent als de
pest, hij lacht de pers uit op een charmante wijze en schrijft grote
namen af. Dat maakt het moeilijker om van hem te houden, misschien
was het beter geweest als hij na zijn afscheid in Milaan nooit meer
op een voetbalveld was verschenen, dan was zijn goddelijke status
alleen maar gegroeid.
meer over Berlijn
volgende pagina