*


Het huis waarin ik woonde was langzamerhand in een twijfelachtige staat geraakt, zoals dat gaat bij studenten werd er niet veel aandacht besteedt aan opruimen, schoonmaken en onderhouden, beter gezegd geen aandacht. Gevolg was dat een lekkende leiding nooit gemaakt werd en schimmel op de muren stond, de keuken moest worden afgesloten om het ongedierte te weren, vuilnis stond in de gangen en op de trap, dit stapelde zich op tot de trap nauwelijks begaanbaar was. Hoewel er schoonmaakschema‘s opgesteld werden. kwam er geen verbetering in. Ik had uitzicht op een kanaal en de hele dag zon in mijn kamer, ik luisterde Studio Brussel, maakte tekeningen en schilderde. Wat er gebeurde in het huis ging langs me heen, er werd gezopen en geneukt, nergens wordt zoveel geneukt als in studentenhuizen, ja in bordelen. Ik deed daar niet aan mee, in neuken had ik wel zin, maar niet op die manier. Met het vage vriendinnetje was het al weer een tijd over. Ik had trouwens ook niet echt tijd voor meisjes; het was academie, trainen, eten, relaxen, slapen, academie, trainen, eten... ik zat in het ritme, en ik had dat ook nodig. Een meisje zou dat ritme verstoren. Toch had ik geen onwarme gevoelens voor Femke, ik kende haar nog van de middelbare school in Geleen, ze was jonger, maar ik raakte verliefd op haar. Het waren haar haren, jongensachtig kort en haar pruilerig omhoogkrullende mond die me helemaal gek maakten. Misschien was ze pas 16, ik was toen 20, maar ik vond het kunnen. Zij had niet in de gaten hoe gek ik op haar was, het is dus ook nooit wat geworden.

Naast me woonde een jongen die bij Fortuna had gespeeld. We voetbalden met de jongens in de buurt en snookerden tot diep in de nacht. Hij studeerde rechten en was meer student dan ik. Hij had tv op zijn kamer, ik niet, ik had alleen Studio Brussel en wat platen van Bob Dylan, The Beatles en Neil Young. We keken naar Barend en Van Dorp -toen al; hoe lang zijn die gasten al bezig? Hij neukte het meisje dat beneden woonde. Op haar vriendin Floor had ik wel een oogje, ze was behoorlijk geil, maar buiten wat wrijven is het er nooit van gekomen. Dat lag aan mij, ik was daar niet zo direct in. Het moest van de vrouwtjes komen anders gebeurde er niets.

Met het voetballen liep het niet meer zo goed, de trainer was een tijd afwezig wegens familie-omstandigheden, Hens Fischer, de oudste clubman, nam het over. Die Fischer was een levend standbeeld, het was een man van de streek en had de gloriejaren van weleer nog meegemaakt, eigenlijk was het een legende. Met zijn kromme poten en zijn centenbank als mond. Hij was nauwelijks te verstaan, het Kerkraadse dialect is toch al moeilijk te volgen, maar hoe hij het sprak, het leek of iemand diep uit de Oekraine sprak. Hij zag het niet geweldig in me zitten, hij was meer gecharmeerd van de jongens uit de streek, die hard werkten, maar duidelijk minder waren dan ik. Van mij straalde niet de werklust af, ik kwam niet vaak met een bemodderd lichaam van het veld. Dat zag ie niet graag, hij wilde jongens zien die als paarden door de de modder ploegen, die buttelen en rakkeren tot ze erbij neervallen, zoals het hele Kerkraadse publiek dat wilde. De mijnwerkersmentaliteit. Het veld van Kaalheide leek daar trouwens voor gemaakt, zelfs als het niet regende zakte je daar tot aan je enkels in de modder, het was het zwaarste veld van de eredivisie, daarom verloren ploegen als Ajax en PSV er ook meestal. In ieder geval; onder hem speelde ik niet, misschien had het feit dat hij mij met nog een paar ander jongens ooit had betrapt toen we tijdens een toernooi in Duitsland waren wezen stappen, terwijl op bed hoorden te liggen in het hotel, daar ook nog iets mee te maken, ik weet het niet, hij had gewoonweg de pik op me. Gelukkig duurde het niet lang voor de normale trainer weer terug was. Onder hem speelde ik altijd.

Het eerste draaide slecht. Koster werd ontslagen, Huub Stevens kwam. Hij wilde meteen zijn stempel drukken door de zaken harder aan te pakken. Ook wilde hij zien wat er allemaal rondliep in de selectie, wij mochten ‘s middags met eerste meetrainen. Ik moest daarvoor nog eerder weg van de academie, maar dat deed ik met plezier. Dat trainen ging aardig, toen liepen er nog jongens als Gene Hanssen en John van Loen rond, dan zorgde je wel dat je niets fout deed en anders was er Stevens zelf nog die je niet onzacht corrigeerde.


(volgende bladzijde)