Ron drinkt een biertje. 'Jij ook wat Kuip?' zegt Ron grijnzend. 'Van
Henk, die is toch straks miljonair.' 'Doe ook maar een biertje,' zeg
ik. De jongens zijn al weg, we zitten met z'n vieren aan een tafeltje
in een lege kantine. Twee biertjes, een borreltje cola light voor
Cees en een Extran voor Henk. Sinds Marcel weg is - hij zit een jaar
vast, niemand weet waarom - worden er minder borreltjes geschonken,
ook wordt er minder geklaagd over dingen waarvan je zo moe wordt.
Alhoewel, de nieuwe voorzitter, die samen met zijn vrouw op vrijdag
de kantine runt, klaagt over de kleedlokalen, ze zijn achtergelaten
als hondenhokken. De man doet dingen die ik nog geen voorzitter heb
zien doen, patat serveren, kleedlokalen schoonmaken, met zijn SUV
meerijden naar uitwedstrijden als er weer eens vervoerproblemen zijn.
In z'n vrije tijd gaat hij jagen in Duitsland. Ik weet niet, ik was
gewend aan voorzitters met een maffiose uitstraling, mannen die veel
praatten, hun Mercedes parkeerden naast de kantine en een envelop
naar je toeschoven in stoffige achterafkamertjes, zo ging het altijd
bij Zeeburgia.
Henk zegt dat ie weg moet. Ron begint over The Veils, op
Fabchannel heeft hij hun concert in Paradiso gezien, waar ik live bij
was. Ik vond het te gek. De zanger, een mager snaakje met een hoed,
past in de Rimbaud-achtige melancholie die op het moment bij
bepaalde bands in Engeland hip is, de muziek en de teksten hebben de
donkerte van Nick Cave, en daar is Ron weer helemaal kapot van.
Vooral van de herrie van de vroege Cave. Ik houd van melancholie, Ron
houdt van punk. Ron kan, hoewel hij over het algemeen de rust zelve
is, soms explosief zijn als hij staat te coachen, ik schreeuw nooit.
We drinken nog een biertje. In een hoek van de kantine hangt een
ingelijst oud shirt, uit het seizoen dat we kampioen werden, en een
paar krantenartikelen over Ryan. Het talent, de jongen die doorbreekt
en die luistert naar zijn vader.
volgende pagina