3 juli Turckheim - Basel (70km)

De bergen worden kleiner. Dat komt omdat ik van ze wegfiets. Het landschap is belachelijk vlak, het lijkt veel op Nederland hier. Er is nu geen zak meer aan. Rustig doorkachelen naar Basel. De bergen heb ik gezien. Ik had eigenlijk nog de Ballon d‘Alsace willen doen, maar het hoeft niet. Een col van de eerste categorie, dat wel, die doe ik volgend jaar, maar dan de echte: Mont Ventoux, de Galibier en zo. Nu is het gezien.

Basel ligt op de grens van Duitsland, Zwitserland en Frankrijk. Ze controleren hier meestal grondig, nu mag ik gewoon doorfietsen. Ik fiets door naar de Rijn. En zie mensen in het water liggen. Ik ga op betonnen trappen aan de oever zitten, de zon brandt. Ik leg mijn voeten in het water dat superhelder is. Het stroomt redelijk hard. Af en toe zie je een hoofd voorbijdrijven, onder de brug door. Je kunt je laten meevoeren door de stroom en dan een kilometer of twee, drie stroomafwaarts aan de kant kruipen en dat stuk weer teruglopen - dat is ook wat gebeurt. Mensen lopen in zwembroek of bikini over de boulevard. Ik staar naar het stromende water en denk aan 1999. Toen zwom ik ook in datzelfde water, met Annemarie. Een meisje dat ik in Berlijn had ontmoet, waar we toen verliefde nachten hadden beleefd. Een paar weken daarna ging ik naar Basel, waar ze eigenlijk vandaan komt. Het was voor Art Basel waar Paula (mijn inmiddels ex-galeristin, want Galerie Paula Boettcher bestaat niet meer) was met mijn werk, maar ik wilde haar natuurlijk zien. Van een amoureuze herhaling kwam toen niks terecht, ze bleek een vriendje te hebben hier. We gingen wel nog zwemmen dus. Het water stond toen veel hoger en was ook kouder dan nu. Het is bloedheet. Eigenlijk zou ik me ook mee moeten laten voeren door de Rijn, maar waar moet ik m‘n fiets dan laten? Ik fiets wat rond door de stad. Elke keer als ik een meisje met stijle lange haren zie glimlachen denk ik dat het Annemarie is, waar ik natuurlijk steeds weer bedrogen uitkom. Tegen de avond eet ik een een Doener kebab aan de oever van de rivier,waar de zon roodgloeiend in weerkaatst. Naast me zit een meisje te lezen. Ze lijkt een beetje op Paula. Ik blijf nog wat zitten. Dan begeef ik me naar het station voor de nachttrein naar Amsterdam.

(foto)

(travelling)